Toetsvorm

Legpuzzel expertoefening (Eng: Jigsaw)

Wil je studenten graag laten samenwerken en hun verantwoordelijkheid laten nemen tijdens de onderwijsbijeenkomst? Probeer dan zeker eens de activerende werkvorm jigsaw! Een jigsaw (of legpuzzel) is een opdracht waarbij studenten experts worden over één aspect van een onderwerp, en vervolgens hun expertise delen met anderen. Studentengroepen krijgen elk een ander ‘puzzelstukje’: een ander stukje informatie dat nodig is om een probleem op te lossen/een zaak aan te pakken. Met de jigsaw-techniek delen studenten de meeste informatie in kleine groepjes, dit helpt om klassieke colleges te vermijden. De jigsaw -techniek is heel geschikt om studenten intensief informatie te laten bestuderen en verschillende perspectieven op fenomenen te onderzoeken. Ze oefenen ook in het helder onder woorden brengen van de informatie.

  • Type: een kortdurende groepsopdracht.
  • Geschikt voor: grote colleges, maar ook kleine werkgroepen – bij voorkeur kunnen de groepjes aan hun eigen tafel zitten of staan.
  • Tijdsbesteding tijdens een onderwijsbijeenkomst: tien tot twintig minuten.
  • Groepsgrootte: drie tot zes.
  • Voorbereidingstijd: minder dan een half uur

Beperking: de inhoud van de cursus moet zich wel lenen om informatie goed naast elkaar of tegenover elkaar te kunnen leggen. Bijvoorbeeld perspectieven van verschillende schrijvers, onderzoekers, filosofen of denkscholen (zoals politieke stromen, blauwe versus rode organisaties ) op een bepaald thema. Of perspectieven van verschillende soorten studentgroepen (bijvoorbeeld internationale studenten  ten opzichte van de klassieke vwo-instroom uit Nederland – Zie het Mixed Classroom model). Jigsaw is dus niet geschikt voor concepten die op elkaar voortbouwen.

Aan de slag

  1. Start. Introduceer de opdracht en geef aan wat je van de studenten verwacht en hoe lang ze er de tijd voor hebben.
  2. Groepsindeling.
    1. In de face-to-face onderwijssetting: deel de studenten in, in groepen van drie tot zes studenten. Een eenvoudige techniek zodat studenten niet altijd met dezelfde groepsleden samenwerken, is het nummeren van de studenten en hen dan vragen om een groep te vormen met dezelfde nummers. Een handige manier om verschillende gebieden van deskundigheid toe te wijzen is het uitdelen van hand-outs op verschillende kleuren papier.
    2. In de blended setting: deel de groepen vooraf in via Canvas en verdeel de literatuur of probleembeschrijvingen over deze groepen. Geef aan hoe ze zich precies moeten voorbereiden.
  3. Verdelen informatieWijs elke subgroep een verschillend deelonderwerp (stukje) van het onderwerp toe. Verdeel deze informatie of maak het online beschikbaar. 
  4. Eerste studiefase. Het is nu de taak van elke subgroep om expertise te ontwikkelen over het deelonderwerp door literatuur te bestuderen, te brainstormen, ideeën te ontwikkelen en, als de tijd het toelaat, onderzoek te doen. Zorg dat studenten van de subgroepen bij elkaar gaan zitten (in een online of blended situatie kan dat ook met bijvoorbeeld Zoom). De studenten bespreken eerst de manier waarop ze de informatie willen bestuderen en onderling bespreken. Maak duidelijk aan de studenten dat zij verantwoordelijk zijn voor de kennisoverdracht naar hun medestudenten. Neem hier ook zo’n vijf minuten voor. Daarna start het studeren en bespreken.
  5. Wisselfase. Zodra de studenten deskundig zijn op een bepaald deelonderwerp, wissel je de groepen, zodat de leden van elke nieuwe groep een ander deskundigheidsgebied hebben. 
  6. Tweede studiefase. De studenten bespreken eerst weer de manier waarop ze de informatie willen behandelen . Daarna start het bespreken. Ieder lid deel zijn expertise die in de eerste studiefase is opgebouwd.
  7. Monitoring. Het is belangrijk om na te gaan in hoeverre de studenten de inhoud begrijpen en beheersen. Loop rond in het lokaal. Zo is de drempel om vragen te stellen lager en kan je foute interpretaties opvangen. Werk waar nodig met extra ondersteunend materiaal. Je kan bijvoorbeeld expertsheets maken met richtvragen zodat de experts een neerslag hebben om op terug te vallen tijdens de jigsawgroep. Je kan ook een checklist aanbieden zodat de studenten de kernelementen kunnen dubbelchecken.  
  8. Afronding en terugkoppeling. Vraag aan een paar groepen om hun belangrijkste bevindingen plenair toe te lichten: wat was het belangrijkste gesignaleerde probleem, wat zijn de belangrijkste conclusies?
  9. Versterking. Een mogelijk nadeel van de methode is dat de studenten slechts oppervlakkig kennis verwerven van de onderwerpen waarop ze geen expert zijn. Om dit te voorkomen kun je direct erna een kennisquiz houden met bijvoorbeeld Mentimeter. Een uitgebreidere vorm is een verslag dat ze later inleveren – een echt volledige puzzel over het onderwerp.

Praktijkvoorbeeld van jigsaw op de VU 

Meer weten? Bekijk onderstaande bronnen

Zie ook de beschrijving van deze techiek op vu.nl.

VU Taxonomie?

Kennisbasis
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Groepsgewijs (2-4 pers)
Groepsgewijs (5-12 pers)

Legpuzzel expertoefening (Eng: Jigsaw) Meer lezen »

Samenvatting

Sinds de komst van ChatGPT is de opdrachtvorm Samenvatting minder geschikt.

Maar ChatGPT kan wel gebruikt worden als volgt:

  1. Geef studenten de opdracht om van één of meer artikelen een samenvatting te laten maken met ChatGPT. Iedere student maakt een eigen samenvatting. Als variant kan de opdracht worden gegegeven dat de student meerdere samenvattingen laat maken.
  2. Laat studenten de samenvatting bekritiseren. Zowel op inhoud als correcte representatie van de inhoud van het artikel als op de eventuele verschillen tussen de de meerdere varianten die ChatGPT produceert.

Voor een uitgewerkt voorbeeld, zie Generative learning through, not despite, generative AI; a real-life experiment.

VU Taxonomie?

Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Geschreven communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan driehonderd
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Samenvatting Meer lezen »

Video (kennisclip, documentaire)

Studenten een kennisclip of video laten maken als toetsvorm stelt je in staat om studenten te beoordelen op hun vermogen op hun onderzoeksvaardigheden en om ideeën helder te visueel en aantrekkelijk te communiceren. Kennisclips moeten over het algemeen kort en krachtig zijn om de aandacht vast te houden waardoor studenten zich vooral moeten focussen op de hoofdlijn van het betoog of de informatie die ze over het voetlicht willen brengen.

Video’s in de vorm van kennisclips die studenten maken, hebben veel gemeen met het maken van bijvoorbeeld een Poster. Een posterpresentatie is een (analoge of digitale) visuele presentatie die wordt gebruikt om onderzoeksresultaten, concepten of gegevens op een overzichtelijke en aantrekkelijke manier te presenteren en deze gemakkelijker te begrijpen maakt. Denk aan de resultaten van een onderzoeksproject, een nieuwe theorie of concept, de analyse van een casus of de evaluatie van een bestaand beleid of programma. Maar ook bijvoorbeeld het informeren over een bepaald onderwerp, motiveren of inspireren, overtuigen van een standpunt, delen van een persoonlijke ervaring, groei of reflectie, of delen van toekomstplannen en ambities.

Kennisclips kunnen studenten al maken met standaard Office gereedschap zoals Powerpoint. Met behulp van een professionele studio kunnen ze nog professionelere video’s maken waarbij ze zelf als spreker geheel in beeld komen. Maak afspraken via onderwijswerkplaats@vu.nl als je deze vorm in zou willen zetten in je onderwijs.

Er kan ook gekozen worden om studenten video’s te laten maken die veel verder gaan dan kennisclips. Denk aan documenataires waarbij echt filmisch wordt gewerkt. Dit vraagt wel een zeer goede aanpak van het ontwerp van het onderwijsonderdeel.

Je kunt bij toetsen van de kwaliteit van gemaakte video’s op verschillende aspecten beoordelen zoals:

  • Inhoud – Presenteren de studenten juiste en complete informatie over het onderwerp.
  • Structuur – Is de video logisch opgebouwd.
  • Presentatievaardigheden – Is de video aantrekkelijk vormgegeven. Wordt goed gebruik gemaakt van visuals?
  • Communicatievaardigheden – Is de video duidelijk en overtuigend?

Meer weten?

Zie ook: Poster presentatie.

Tools: Pop-up studio, Kdenlive, Powerpoint.

VU Taxonomie?

Kennisbasis
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Gesproken communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Video (kennisclip, documentaire) Meer lezen »

Argumentatieschema (argumentatieopdracht)

Met een argumentatieopdracht kun je de vaardigheid van studenten op het gebied van argumentatie en logsich redeneren stimuleren en beoordelen. Argumenteren en logisch redeneren zijn vaardigheden die een belangrijke rol spelen om als professional en burger een volwaardige en verantwoordelijke rol te spelen in de maatschappij. Zeker voor maatschappelijke verschijnselen waarbij sprake is van dilemma’s en optimalisatieproblemen waarbij er geen oplossingen zijn die voor alle stakeholders acceptabel zijn. Argumenatieopdrachten kunnen goed gebruikt worden om deze vaardigheid van studenten te toetsen.

Het maken van een argumentenschema (Eng: argument mapping) is essentieel voor gevorderd kritisch denken. Zonder schema is het heel moeilijk om duidelijk te zijn over de structuur van besluitvorming (bijv. bij dilemma’s) of bewijsmateriaal voor conclusies; en zonder die duidelijkheid schieten kritische reactie.

Uitvoering

Een argumentenschema kan zowel individueel als in een groep worden gemaakt. Het kan zowel tijdens een onderwijsbijeenkomst worden gemaakt op een flip-over of via een online systeem zoals Padlet of Kialo. Maar het kan ook als een voorbereidingsopdracht voor een werkgroep of college worden opgegeven.

Hieronder worden enkele tips opgesomd die kunnen helpen bij het ontwerpen van een effectieve argumentatieopdracht:

  1. Kies een relevant en controversieel onderwerp: Een goede argumentatieopdracht moet betrekking hebben op een onderwerp dat relevant is voor de studenten en dat hen uitnodigt om hun mening te geven. Het is belangrijk dat het onderwerp controversieel genoeg is om verschillende meningen te genereren. Bijvoorbeeld: “Genderneutrale toiletten: Moeten ze standaard zijn?” of “Dierproeven moeten worden verboden” of “Als het wetenschappelijk mogelijk is, moeten mensen dan onsterfelijk worden?”. Kijk ook bij techieken voor de Mixed Classroom om verschillende perspectieven naar boven te halen. Of bij opdrachten in het kader van A Broader Mind for Students.
  2. Gebruik software zoals Kialo om studenten te leren schematiseren en gezamenlijk aan het schema te laten werken. Deze software dwingt de student ook om duidelijke argumenten voor of tegen een stelling te formuleren en daarbinnen weer subargumenten. Het kan heel goed worden ingezet om tot heel uitgebreide behandeling te komen van probleemoplossing en dilemma’s.
  3. Geef duidelijke instructies: Het is belangrijk om duidelijke instructies te geven over wat er van de studenten wordt verwacht. Geef aan wat voor soort argumentatie er vereist is, bijvoorbeeld deductief of inductief. Specificeer ook de lengte en de vorm van de opdracht. Je kan kiezen om uiteindelijk allen een schematische weergave te laten inleveren, maar je kan het uitbreiden door het te gieten in een essay, tekst of presentatie.
  4. Geef voorbeelden: Het geven van voorbeelden van goede argumentatie kan studenten helpen te begrijpen wat er van hen wordt verwacht. Zorg ervoor dat de voorbeelden relevant zijn voor het onderwerp van de opdracht.
  5. Moedig onderzoek aan: Studenten moeten worden aangemoedigd om onderzoek te doen naar het onderwerp van de opdracht. Dit zal hen helpen om hun argumenten te onderbouwen en te versterken met feiten en statistieken.
  6. Bouw feedbackstappen in: Het geven van feedback op de opdracht kan studenten helpen om hun vaardigheden op het gebied van argumentatie en redeneren te verbeteren. Zorg ervoor dat de feedback constructief is en gericht is op het verbeteren van de argumentatievaardigheden van de studenten.
  7. Geef ruimte voor verschillende perspectieven: Het is belangrijk om studenten aan te moedigen om verschillende perspectieven op het onderwerp te onderzoeken en te overwegen. Dit zal hun denkvaardigheden en begrip van het onderwerp vergroten.

Kialo is een goede tool voor het schematiseren en oefenen en verbeteren van argumentatievaardigheden. En als docent kun je het proces ook precies volgen en een boordeling voor toetsdoeleinden op baseren. Hier zijn een paar redenen waarom:

  1. Structuur: Kialo biedt een duidelijke en gestructureerde interface voor het opzetten van argumentatieve stukken. Het heeft een boomstructuur die het gemakkelijk maakt om argumenten en subargumenten te organiseren en te ordenen. Dit helpt bij het creëren van een overzichtelijke en logische argumentatiestructuur.
  2. Samenwerking: Kialo is ontworpen voor samenwerking, waardoor studenten kunnen samenwerken aan argumentatieve stukken en feedback kunnen geven op elkaars argumenten. Dit bevordert een gezamenlijke aanpak en kan studenten helpen om te leren hoe ze opbouwende feedback kunnen geven en ontvangen.
  3. Beoordeling: Kialo heeft een ingebouwd beoordelingssysteem waarmee studenten de argumenten van anderen kunnen beoordelen op basis van de kwaliteit van de argumentatie. Dit kan studenten helpen om beter te begrijpen wat een goede argumentatie is en hen helpen om betere argumenten te formuleren.
  4. Onderzoek: Kialo heeft een ingebouwde zoekfunctie waarmee studenten gemakkelijk relevante informatie kunnen vinden en integreren in hun argumenten. Dit kan studenten helpen bij het doen van onderzoek en het vinden van ondersteunend bewijs voor hun argumenten.

Meer weten?

Zie ook: https://www.reasoninglab.com/critical/argument-mapping/,

Zie ook: Boomdiagram, Debat, Elevator pitch, Rollenspel.

Tools: Kialo Edu, Rationale, Padlet.

VU Taxonomie?

Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)
Groepsgewijs (5-12 pers)

Argumentatieschema (argumentatieopdracht) Meer lezen »

Voortgangstoets (medisch)

Een voortgangstoets is een specifieke toetsvorm die vooral gebruikt wordt in het medisch onderwijs. De toets wordt gedurende verschillende studiejaren herhaaldelijk aangeboden (longitudinale meting). Studenten worden hierbij bevraagd over het totale domein van kennis van de beginnende arts. Hierdoor is het mogelijk om de kennisontwikkeling die de student gedurende de studie doormaakt inzichtelijk te maken. Dat betekent onder andere dat eerstejaarsstudenten vragen voorgelegd krijgen die normaal gesproken pas in jaar drie aan bod komen en vice versa.

Het ontwikkelen van een goede voortgangstoets vergt een stabiel domein en een eenduidig begrip van het domein én het vraag een grote ontwikkelinspanning en langetermijn commitment en financiering. Het is dus geen toetsvorm die ‘zomaar’ door docenten of opleidingen ingezet kan worden.

De Voortgangstoets Geneeskunde (VGT, VTG, iVTG) is de meest bekende voortgangstoets. Het is een toets die viermaal per jaar wordt afgenomen bij ongeveer tienduizend Nederlandse geneeskundestudenten van de meeste medische faculteiten. Door de VGT blijven studenten continu bezig met de geneeskunde in de breedste zin van het woord en kunnen ze hun eigen vooruitgang in medische kennis peilen. Door hierbij casussen voor te leggen aan de studenten, kun je beter toetsen of zij niet alleen over de juiste kennis beschikken, maar deze ook kunnen toepassen. Ook helpt het onderwijsvormers bij het herkennen van lacunes in curricula.

Een lossere interpretatie van het concept voortgangstoets is dat het iedere soort tussentijdse toets is die je kunt gebruiken om de vooruitgang en kennis van je studenten te beoordelen. Het is dan belangrijk om deze toetsen structureel en consistent uit te voeren, zodat de resultaten consistent meten en er zinvolle studieadviezen en rapportages kunnen worden opgesteld. Tussentijdse toetsen die willekeurig worden afgenomen kun je dus geen voortgangstoets noemen.

Meer weten?

Zie ook: Casusopdracht, Toets met gesloten vragen, TestVision.

VU Taxonomie?

Kennisbasis

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan driehonderd
Meer dan honderd

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel

Voortgangstoets (medisch) Meer lezen »

Portfolio interview

Een portfolio interview is een toetsvorm waarbij de student een portfolio presenteert waarin hij of zij een overzicht geeft van zijn of haar prestaties, vaardigheden en kennis. Het portfolio interview is een reflectieve toetsvorm die gericht is op het tonen van de groei en ontwikkeling van de student gedurende de studie. Je kunt het portfolio interview bijvoorbeeld inzetten voor het presenteren van een portfolio met reflecties op de eigen prestaties in het kader van een afstudeeronderzoek, een portfolio met voorbeelden van opdrachten en presentaties in het kader van een communicatie- of media-studie of een portfolio met voorbeelden van zelfgemaakte producten en ontwerpen.

De voordelen van een portfolio interview als toetsvorm zijn:

  • Persoonlijke groei – een portfolio interview biedt de student de mogelijkheid om zijn of haar groei en ontwikkeling tijdens de studie te tonen en op te reflecteren.
  • Holistische beoordeling – een portfolio interview biedt de mogelijkheid om de student op meerdere aspecten te beoordelen, waaronder inhoud, presentatie en reflectie.
  • Versterking van zelfreflectie –  een portfolio interview versterkt de zelfreflectie van de student en bevordert het bewustzijn van de eigen prestaties, vaardigheden en kennis.
  • Stimulans voor actieve participatie – een portfolio interview stimuleert actieve participatie van de studenten en bevordert de betrokkenheid bij de studie.
  • Mogelijkheid tot verbetering – een portfolio interview biedt de student de mogelijkheid om verbeterpunten aan te wijzen en aan te geven waar nog verder gewerkt kan worden.

Om een portfolio interview in te zetten als toetsvorm voor studenten kun je de volgende stappen volgen:

  1. Bepaal de inhoud van het portfolio, waarbij rekening gehouden wordt met de eindtermen en de competenties die de studenten moeten bereiken.
  2. Begeleid de opbouw van het portfolio, bijvoorbeeld door middel van workshops en begeleiding bij het reflecteren op de eigen prestaties.
  3. Bepaal de beoordeling van het portfolio interview, waarbij rekening gehouden wordt met de inhoud van het portfolio, de presentatie en de reflectie op de eigen prestaties.
  4. Houd het interview met de student, waarbij je het portfolio bespreekt en de student de kans krijgt om zijn of haar prestaties, vaardigheden en kennis te presenteren en te reflecteren.

Meer weten?

Zie ook: Criteriumgericht interview, Interview, Mondelinge toets, Portfolio.

VU Taxonomie?

Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte?

Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Portfolio interview Meer lezen »

Sollicitatie

Een sollicitatie is het proces waarbij een student zich aanmeldt voor een baan of functie. Dit proces omvat bijvoorbeeld het bijwerken van de CV, verzenden van een motivatiebrief en een gesprek met de potentiële werkgever. Het doel is om de werkgever te overtuigen dat de student geschikt is voor de functie en de juiste kwalificaties en ervaring heeft. Tijdens een sollicitatiegesprek leren de beide partijen elkaar beter kennen en beslissen ze of ze een passende match zijn. 

Er zijn verschillende manieren om een sollicitatie als toetsvorm in te zetten:

  1. Een sollicitatieopdracht – stel een opdracht op waarbij de studenten een complete sollicitatie moeten doorlopen, inclusief motivatiebrief en CV. Dit kan worden beoordeeld op elementen zoals taalvaardigheid, opbouw van het document en relevantie voor de opdracht.
  2. Een rollenspel – laat de studenten in groepen een sollicitatiegesprek nabootsen en beoordeel hen op aspecten zoals communicatievaardigheden, zelfpresentatie en vermogen om vragen te beantwoorden.
  3. Schriftelijke analyse – vraag de studenten om een ​​analyse te schrijven van een sollicitatiebrief en CV, waarbij ze aspecten als stijl, structuur en inhoud beoordelen.

Tip: laat je studenten als opdracht reageren op een echte vacature in hun vakgebied.

Deze activiteiten kun je opnemen als onderdeel van een groter project of als afzonderlijke toets. Het is belangrijk om duidelijke criteria en beoordelingsrichtlijnen op te stellen om een ​​consistente beoordeling te waarborgen.

Meer weten?

Zie ook: VU Amsterdam CareerServices, Rollenspel.

VU Taxonomie?

Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel

Sollicitatie Meer lezen »

Toets met open vragen (quiz, deeltoets, tentamen, examen)

Een toets met open vragen is een instrument waarbij de studenten antwoorden op vragen moeten geven in eigen woorden, zonder beperkte keuzemogelijkheden. Dit kan zowel een kort of lang antwoord zijn. Je kunt hierbij verschillende vraagvormen combineren zoals essay-vragen, korte antwoorden, of invulvragen.

Met toetsen met open vragen kun je voor een relatief grote groep studenten op een praktische manier en in korte tijd een meting doen van de mate van beheersing van kennis en toepassing van kennis. Je kan inzicht krijgen in toegepaste oplossingsroutines, argumentatiekwaliteit of creativiteit. Ook deeltoetsen, tussentoetsen of deeltentamens kunnen bijzonder goed met open vragen worden uitgevoerd.

Het formuleren van vragen kost relatief minder tijd dan bij een toets met gesloten vragen, maar het nakijken van de antwoorden moet wel met de hand gedaan worden en kost dus relatief veel tijd. Daarom is deze vorm minder geschikt voor héél grote groepen (hoewel je door zowel gesloten als open vragen toe te passen een balans kan vinden). Bovendien kunnen de scores minder betrouwbaar zijn en bias bevatten door mogelijke ongewenste beoordelaarseffecten

Bij een digitale variant van de toets neem je de toets af in een daarvoor geschikte applicatie. Voor minder zwaarwegende formatieve toetsen (quizzen) gebruik je de functionaliteit van de elektronische leeromgeving zoals Canvas. Bij summatieve tentamens, gebruik je een echte toetsapplicatie zoals TestVision.

Enkele voordelen van toetsen met open vragen:

  • Het geeft studenten de kans om creativiteit en inzicht te tonen.
  • Het test dieper begrip en toepassing van kennis dan een tentamen met gesloten vragen (mits er niet naar feitelijkheden uit de leerstof wordt gevraagd).
  • Je kunt het zowel op papier als digitaal inzetten. 

Om een tentamen met open vragen in te zetten kun je bijvoorbeeld het volgende doen:

  • Zorg voor een toetsmatijs zodat je voldoende spreiding over de stof borgt.
  • Zorg voor heldere en specifieke vragen die gericht zijn op het testen van de beoogde competenties of kennisgebieden.
  • Geef duidelijke richtlijnen en criteria voor geven en het beoordelen van de antwoorden.
  • Stel beperkingen aan de antwoorden van studenten, bijvoorbeeld in het aantal woorden of in de inhoud van de antwoorden, om te uitgebreide antwoorden te voorkomen.
  • Scoor de antwoorden van studenten aan de hand van een antwoordmodel met puntensysteem.

Meer weten?

Zie ook: Toets met gesloten vragen, Casustoets met gesloten vragen.

Tools: TestVision, Canvas Quizzes.

VU Taxonomie?

Kennisbasis
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Geschreven communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel

Toets met open vragen (quiz, deeltoets, tentamen, examen) Meer lezen »

Openboektentamen met open vragen

Een openboektentamen is een tentamen waarbij de studenten toegang hebben tot hun studiemateriaal, zoals boeken, notities en andere hulpmiddelen tijdens het tentamen. In plaats van multiple choice vragen of korte antwoordvragen, vraag je de studenten om uitgebreide antwoorden te schrijven op open vragen die de toepassing en begrip van het materiaal beoordelen. Een openboektentamen heeft verschillende voordelen:

  • Bevordering van begrip: omdat de studenten toegang hebben tot hun studiemateriaal, kunnen ze het materiaal nog eens nalezen en verder uitdiepen, wat leidt tot een betere begrip van het onderwerp.
  • Stimulans voor zelfstudie: het feit dat studenten toegang hebben tot hun studiemateriaal tijdens het tentamen, bevordert hun verantwoordelijkheid en motivatie om zelfstudie te doen.
  • Realistische simulatie: een openboektentamen met open vragen is een realistische simulatie van het werkveld, waar professionals vaak toegang hebben tot referentiemateriaal tijdens hun werk.
  • Bevordering van toepassingsvaardigheden: het stellen van open vragen vereist dat studenten het materiaal niet alleen begrijpen, maar ook kunnen toepassen, wat de toepassingsvaardigheden bevordert.
  • Vermindering van angst: sommige studenten kunnen angstig zijn voor tentamens, maar de mogelijkheid om toegang te hebben tot studiemateriaal tijdens het tentamen kan deze angst verminderen.

Om een ​​openboektentamen met open vragen in te zetten volg je bijvoorbeeld de volgende stappen:

  1. Stel duidelijke doelen vast van het tentamen en welke competenties en vaardigheden je wilt testen.
  2. Vorm duidelijke vragen die gericht zijn op de toepassing en het begrip van het materiaal en die de studenten uitnodigen om een ​​uitgebreid antwoord te schrijven.
  3. Definieer de criteria voor beoordeling waarmee je het antwoord van de studenten zult beoordelen. Deze kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op originaliteit, nauwkeurigheid, diepte en inzicht.
  4. Geef studenten voldoende tijd om antwoorden te schrijven en laat hen weten hoeveel tijd ze hebben en of ze pauzes mogen nemen.

Meer weten?

Zie ook: TestVision, Openboektentamen met gesloten vragen [link invoegen].

VU Taxonomie?

Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Geschreven communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan driehonderd
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel

Openboektentamen met open vragen Meer lezen »

Onderzoeksvoorstel

Bij de opdracht om een onderzoeksvoorstel op te stellen moet een student op basis van een meer of minder concreet omschreven vraag- of probleemstelling, bepalen welk type onderzoek antwoord daarop kan geven. De student legt op basis daarvan uit wat het onderzoek inhoudt, waarom het nodig is en hoe het uitgevoerd zal worden. Het is een stappenplan voor de uitvoering van onderzoek en biedt een duidelijk overzicht van de doelen, methoden, verwachte resultaten en de tijdsplanning van het onderzoek.

Een onderzoeksvoorstel als toetsvorm biedt studenten de mogelijkheid om hun onderzoeksvaardigheden te tonen en te bewijzen dat ze in staat zijn om de eerste stappen van een onderzoeksproces professioneel uit te voeren. Het voordeel om te kiezen voor alleen de voorstel-fase van een onderzoek, is dat de studenten ruimer de tijd hebben om op de specifieke vaardigheden hiervoor te focussen. Hierdoor leren ze een belangrijke basis voor de onderzoeken die ze in de toekomst zullen doen, en kun je ze tegelijk toetsen op deze basis. Eventueel kun je in een later stadium of vervolg het onderzoek laten uitvoeren. 

Hier zijn enkele stappen om een onderzoeksvoorstel als toetsvorm in te zetten:

  1. Geef duidelijke richtlijnen zodat de studenten weten wat van hen verwacht wordt en wat de criteria zijn voor beoordeling.
  2. Geef de studenten genoeg tijd om hun onderzoeksvoorstel uit te werken, zodat ze zich kunnen concentreren op de kwaliteit en de diepte van het voorstel.
  3. Beoordeel op basis van specifieke criteria zoals de kwaliteit van de hypothesen, het theoretisch kader, de geschiktheid van de methoden en de realistische tijdsplanning.
  4. Geef de studenten gericht en specifiek feedback op hun onderzoeksvoorstel, zodat ze hun sterktes en zwaktes kunnen identificeren en hun onderzoeksvaardigheden kunnen verbeteren.
  5. Beoordeel eventueel het uiteindelijke resultaat van het onderzoek van de studenten, waarbij de verwachte resultaten uit het onderzoeksvoorstel worden vergeleken met de daadwerkelijke resultaten.

Vraag de studenten bijvoorbeeld om een onderzoeksvoorstel te schrijven over een specifiek onderwerp binnen hun studiegebied, een actueel sociaal of maatschappelijk probleem, de vergelijking van twee verschillende methoden om een specifieke taak uit te voeren of de vergelijking van resultaten van andere studies.

Meer weten?

Zie ook: Onderzoeksproject, Onderzoeksrapport.

VU Taxonomie?

Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Geschreven communicatie

Welke totale groepsgrootte?

Meer dan driehonderd
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke activiteitsgroepsgrootte?

Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)
Groepsgewijs (5-12 pers)

Onderzoeksvoorstel Meer lezen »

Scroll naar boven