Toetsvisie toetsvorm voorbeeld

Proftaken

De opleiding ICT van de Fontys Hogeschool wil dat studenten vanaf dag één eigenaarschap ervaren over de eigen studie. En zich dus ook verantwoordelijk voelen voor hun eigen voortgang en prestaties. Inzet op doorlopende feedback zorgt dat studenten weten waar ze staan en waar het volgende ontwikkeldoel ligt.

Dit komt tot uiting in zogenoemde ‘proftaken’. Daarbij gaan studenten aan de hand van een opdracht een product opleveren voor een (virtuele) klant. De
prof taak is een uitnodiging om aan de hand van een praktijkgerichte opdracht tot leren te komen. Om resultaat te boeken, zullen studenten bepaalde kennisgebieden moeten onderzoeken en deze vervolgens vertalen naar een werkend eindproduct. Docenten geven tijdens het proces formatieve feedback. Dat geeft studenten tussentijds een beeld van de eigen prestatie en wordt door studenten opgenomen in het portfolio als bewijslast voor de eindbeoordeling. Bij de eindbeoordeling vindt een uitgebreide portfolio-schouw plaats en moet studenten hun werk verdedigen. Daarbij wordt gekeken welke vakinhoudelijke en professionele vaardigheden zijn aangetoond.

Deze vorm van onderwijs verandert de rol van de docent in een coachende rol. Docenten zijn minder klassikaal aan het lesgeven, maar studenten veel meer aan het begeleiden bij het vinden van een oplossing (of de benodigde kennis).

Door deze vorm van didactiek wordt de toetsing flexibeler. Gedurende de opleiding wordt in de leerlijn Professionele Ontwikkeling gewerkt met een overzicht van de competenties, die studenten bij zichzelf gaan ontwikkelen. Het kan dus best zijn dat studenten verworvenheden voor andere vakken, of zelfs uit een privéproject, meenemen als bewijs van hun ontwikkeling.

Meer weten?

Deze tekst is gebaseerd op de website https://www.ambitieplanfontysict.nl/ambitieplan-2013-2017/ambitiethemas/kwaliteit-van-toetsing/.

See also: Portfolio, Project Based Learning, Productontwerp.

Faculteit
Anders
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 4
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 3
Niveau: Opleiding
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Proftaken Meer lezen »

De formatieve dialoog in de praktijk bij Toegepaste Fysica

Bij Applied Physics binnen de bachelor Engineering aan Harvard University (Eric Mazur) heeft de formatieve dialoog een plek gekregen. Aan het begin van het studieonderdeel, dat een semester duurt, krijgen studenten de leer-uitkomsten te horen (feedup) en krijgen ze meteen een beschrijving hoe de toetsing van die leeruitkomsten tot een succesvol eindresultaat kan worden gebracht aan het eind van het studieonderdeel (feedforward).

Gedurende het studieonderdeel krijgen studenten regelmatig informatie over waar zij staan in het leerproces (feedback). Het cijfer wordt bepaald op basis van verschillende soorten opdrachten. Studenten bepalen zelf wanneer zij de opdrachten inleveren.
De opdrachten worden niet met een cijfer beoordeeld, maar volgens het schema a) voorbeeldig; b) voldoet aan de eisen; c) herziening vereist en d) niet te beoordelen. Dit zorgt voor minder becijferstress bij de docent en geeft een goed overzicht hoe studenten ervoor staan. Na de eerste maal inleveren, kunnen studenten aan de hand van feedback hun product verbeteren.

Het eindcijfer wordt bepaald door het aantal opdrachten dat met een a of b is beoordeeld. Op deze manier is het eindcijfer niet een momentopname, maar een afspiegeling van wat studenten hebben bereikt gedurende het semester. Studenten kunnen fouten maken en die verwerken om tot een verbeterd product te komen, zonder dat dit direct invloed heeft op het eindcijfer.

Meer weten?

  • Bain, K. (2021). Super Courses: The Future of Teaching and Learning. Princeton University Press.
  • Ilja Boor, Debby Gerritsen, Linda de Greef en Jessica Rodermans, Meaningful assessment in interdisciplinary education: A practical handbook for university teachers (Amsterdam, Amsterdam University Press, 2021) 15, 20.
Faculteit
Anders
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 5
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 4
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 1
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Kennisbasis
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

De formatieve dialoog in de praktijk bij Toegepaste Fysica Meer lezen »

Feedup, feedback en feedforward

In de cursus Integration Practicum (onderdeel van de BSc Interdisciplinary Social Studies) aan de Universiteit van Amsterdam bepalen studenten aan het begin van de cursus hun persoonlijke leerdoelen op het gebied van probleemoplossend vermogen en samenwerkingsvaardigheden (feedup).

Tijdens de cursus moeten studenten hun eigen voortgang monitoren (feedback). Gedurende deze cursus leren studenten reflecteren op hun eigen handelen en leerproces door middel van het schrijven van reflectieverslagen. Aan het eind van de cursus zijn studenten in staat om nieuwe persoonlijke leerdoelen op te stellen gebaseerd op hun eerder vergaarde zelfkennis (feedforward).

Meer weten?

Ilja Boor, Debby Gerritsen, Linda de Greef en Jessica Rodermans, Meaningful assessment in interdisciplinary education: A practical handbook for university teachers (Amsterdam, Amsterdam University Press, 2021) 15, 20.

Faculteit
Anders
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 5
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 4
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 1
Niveau: Studieonderdeel
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Feedup, feedback en feedforward Meer lezen »

De samenhang tussen theorie en de praktijk in lerarenopleidingen

In de éénjarige masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs (LVHO) worden theorie en praktijk in samenhang aangeboden. Gedurende de opleiding doen studenten op hun stageplek ervaring op in de onderwijspraktijk van het voortgezet onderwijs, waarbij zij in cursussen aan de VU een onderzoeksmatige benadering van die praktijk aangeleerd krijgen.

Deze onderzoeksmatige benadering van de onderwijspraktijk behelst een aantal stappen. Het onderwijs is ingericht aan de hand van zogenaamde kernpraktijken voor een leraar (zoals ‘contact maken’ of ‘leiding geven’) die zowel theoretisch worden benaderd, als in workshops concreet worden gemaakt. Voorafgaand aan het geven van onderwijs wordt aandacht besteed aan de verwachtingen die studenten hebben en het onderbouwen van geplande onderwijsactiviteiten op basis van theorie (visie en ontwerp). Vervolgens worden tijdens de stage ervaringen opgedaan in het zelf geven van onderwijs en gegevens verzameld (uitvoering). Na de uitvoering in de praktijk wordt stilgestaan bij de betekenis van de bevindingen, gerelateerd aan theoretische kaders. Hierbij wordt aandacht besteed aan reflectie op het gegeven onderwijs, het eigen functioneren en verbeterpunten.

Deze cyclus wordt gedurende de opleiding een aantal keer formeel doorlopen: bij de startproef, de basisproef en de meesterproef, waarvan de laatste als eindwerk de eerstegraads opleiding afsluit. In de meesterproef beschrijven en onderbouwen studenten een zelfontworpen lessenserie van vier tot zes lessen. Vervolgens onderzoeken studenten of hun aannames over het leerproces in de ontworpen lessen kloppen en wat de leeropbrengst was, middels een systematische evaluatie van de aanpak (bijvoorbeeld door middel van leerling-enquêtes, interviews, observaties en de analyse van een toets). Ook de reflectie op de lessen en het eigen functioneren worden meegenomen in de beoordeling van de meesterproef.

Studenten worden bij de proeven begeleid door vakdidactici en mentoren vanuit de VU. Deze ondersteunen de studenten met name op het gebied van (vak)didactische input en procesbegeleiding door met studenten stil te staan bij de te zetten stappen en de reflectie op reeds gezette stappen. Daarnaast krijgen studenten de vrijheid om zelf een passende wijze te vinden om (theoretische) ontwikkelingen in het onderwijsveld toe te passen binnen de onderwijspraktijk, op een wijze die voor die specifieke onderwijspraktijk betekenisvol is. Ze worden hierbij begeleid door stagewerkplekbegeleiders, zelf leraren op de stageschool. Hiermee worden studenten ondersteund in het aanleren van twee belangrijke vaardigheden voor een goede docent: reflectie en het koppelen van theorie en praktijk.

De proeven dagen studenten uit om veel verschillende vaardigheden die in de eindtermen van de opleiding zijn opgenomen te laten zien. Daarmee is dit een mooi voorbeeld van hoe theorie en vaardigheden in samenhang worden getoetst.

Zie ook: Projectonderwijs, Adviesrapport

Zie ook: Zelfreflectie.

Faculteit
Fac. der Gedrags- en Bewegingswetenschappen
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 3
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 4
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Opleiding
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Geschreven communicatie

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel

De samenhang tussen theorie en de praktijk in lerarenopleidingen Meer lezen »

Portfolio Accounting and Control

In het Portfolio Accounting & Control (SBE) werken studenten binnen vier modules aan opdrachten die hen uitnodigen om te leren wat het betekent om van de masteropleiding Accounting & Control door te stromen naar het werkveld. De modules zijn gebaseerd op thema’s die binnen het werkveld actueel en relevant zijn. Het portfolio is georganiseerd als een online zelfstudiecursus. Gedurende de opleiding kunnen studenten aan hun portfolio werken, in hun eigen tempo, op momenten dat het voor hen goed uitkomt. Studenten hebben ook keuzevrijheid in de volgorde waarin zij de modules willen uitvoeren en ze kunnen het vak op verschillende momenten in het jaar afsluiten. Ook inhoudelijk is er keuzevrijheid: binnen de modules geven studenten zelf invulling aan wat zij interessant vinden en waar zij zich in willen ontwikkelen. Hiermee laten studenten zien dat zij verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leren, kennis en handelen.

De vier modules worden elk afgesloten met een opdracht, welke samen het ‘portfolio’ vormen. De eerste opdracht, een professionele bio, geeft een overzicht van opleidingsachtergrond en werkervaring en een reflectie over professionele plannen en doelen. De volgende opdracht is een studie over informatie-technologie (IT), waarin studenten IT-kennis of -vaardig heden ontwikkelen over een relevant IT-onderwerp naar keuze. De derde opdracht gaat over het overbruggen van theorie en praktijk. Studenten moeten een professionele memo schrijven voor een organisatie over hoe academische inzichten kunnen worden gebruikt om een praktijkprobleem te analyseren. In de laatste opdracht, voor de module verantwoordelijkheid, ontwikkelen studenten een ‘persoonlijke ethische code’ en denken ze na over hoe deze van pas kan komen bij ethische dilemma’s in de praktijk.

Wanneer uit een deskreview blijkt dat het portfolio voldoet aan de minimale criteria, wordt een eindgesprek ingepland waarin de student het portfolio toelicht en er vervolgens een discussie over het portfolio wordt gehouden met twee beoordelaars (een docent vanuit de opleiding en een externe vanuit de praktijk). Aan de hand van een rubric waarin het schriftelijke werk en de discussie wordt gewogen, wordt het eindcijfer bepaald. Door de nauwe aansluiting bij het werkveld worden de activiteiten en opdrachten die studenten moeten uitvoeren als waardevol en relevant gezien. Daarnaast bevorderen de keuzevrijheid en flexibiliteit van het portfolio
de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van studenten, wat leidt tot een gevoel van eigenaarschap.

Zie ook: Projectonderwijs, Adviesrapport

Zie ook: Zelfreflectie, Portfolio.

Faculteit
School of Business and Economics
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 4
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Opleiding
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel

Portfolio Accounting and Control Meer lezen »

Programmatisch toetsen in de masteropleiding Geneeskunde

IEen voorbeeld van integrale toetsing op opleidings-niveau is het programmatisch toetsen dat bij de masteropleiding Geneeskunde wordt geïmplemen-teerd. Volgens dit toetsconcept wordt niet alleen geleerd vóór de toets maar juist geleerd ván de toets. Daarbij is ruimte voor de ontwikkeling van studenten. Studenten worden dan ook niet op één onvoldoende uitslag afgerekend, maar er wordt gekeken naar een patroon gedurende een langere periode. Programmatisch toetsen is met name geschikt wanneer er sprake is van complexe vaardigheden of competenties die studenten gedurende de opleiding leren beheersen. Studenten van de masteropleiding Geneeskunde ontwikkelen deze complexe vaardig-heden en competenties tijdens coschappen en stages, waar ze te maken hebben met authentieke beroepssituaties.

Omdat het juist gaat om de complexiteit, wordt er bij programmatisch toetsen bij de masteropleiding Geneeskunde gebruik gemaakt van een mix van verschillende toetsvormen. Dat kan bijvoorbeeld feedback op het uitvoeren van een taak tijdens de coschappen, een uitslag van een voortgangstoets of feedback op een essay zijn. Dit worden low stake datapunten genoemd. Met low stake wordt bedoeld dat er geen zak-slaag beslissing wordt genomen op basis van één enkele toets. De term datapunt wordt gebruikt om aan te geven dat het bijdraagt aan een reeks data punten die leidt tot een beslissing. Datapunten leveren studenten vooral rijke feedback op. Studenten gebruiken deze feedback om verder aan hun leer-doelen te werken. De datapunten worden verzameld in een portfolio.

Aan het eind van elk masterjaar beslist de master-beoordelingscommissie of wel of niet wordt voldaan aan de norm aan de hand van de datapunten in het portfolio. Twee examinatoren beoordelen onafhankelijk van elkaar het portfolio van een student. De beoorde-ling vindt plaats aan de hand van holistische beoordelingscriteria. Wanneer studenten niet voldaan hebben aan de norm, volgt een remediëringsplan. Doorgaans wordt gekeken of een student wel verder kan gaan in het volgende jaar, maar dan met aandachtspunten.

Zie ook: Visie op de ACTA-tandarts van de toekomst en het ACTA Didactisch ConceptProgrammatisch toetsen in de Master Geneeskunde, Programmatisch toetsen in de masteropleiding Tandheelkunde

Zie ook toetsvorm: Toetsen op de werkplek (co-schappen, stage).

Zie ook: Zelfreflectie, Stakeholder interview, Adviesrapport, Onderzoeksrapport.

Faculteit
AmsterdamUMC
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 5
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Opleiding
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel

Programmatisch toetsen in de masteropleiding Geneeskunde Meer lezen »

Hoe studenten zich ontwikkelen tot academisch geschoolde museumconservatoren

Binnen de tweejarige duale masteropleiding Curating Art and Cultures, worden studenten opgeleid tot academisch geschoolde museumconservatoren. Dit joint programme met de UvA streeft naar een integratie van academisch onderwijs en voorbereiding op het werkveld door middel van nauwe samenwerking met de beroepsgroep. Gedurende een jaar van de opleiding werken de studenten in een museum, onder begeleiding van een ervaren conservator, aan het ontwikkelen van door de opleiding geformuleerde competenties. Deze zijn uitgewerkt in het vijfpunten-plan, een omschrijving in vijf domeinen van het takenpakket van de museumconservator, dat de opleiding in samenspraak met het werkveld heeft opgesteld.

Aan de start van de stage wordt een werkplan opgesteld op basis van de vijf punten, waarin duidelijk wordt in welke tentoonstellings- en onderzoeksprojecten de student gaat werken. Iedere drie maanden wordt in een gesprek met student, opleiding en stagebegeleider de voortgang en de ontwikkeling van de competenties uit het vijfpuntenplan besproken.

Halverwege het stagejaar evalueren studenten zichzelf aan de hand van een functieprofiel van de museumconservator, dat is ontleend aan daad-werkelijke profielen uit het werkveld. Dit verschaft de student inzicht in het eindresultaat waar de student naartoe werkt (feedup), in het functioneren op dit moment (feedback) en de punten die in de tweede helft van het stagejaar nog aandacht behoeven.

Aan het eind van de stage leveren studenten een verslag over het stagejaar in, waarin zij reflecteren op het vak van museumconservator op basis van hun ervaringen in de praktijk. Aan de hand van de opdrachten die zijn verricht, beschrijven studenten het eigen functioneren en evalueren zij de ontwikkelde competenties uit het vijfpuntenplan. Hierin tonen de studenten inzicht in de eigen ontwikkeling, wat het eigenaarschap stimuleert.

Studenten starten de opleiding met een halfjaar inhoudelijke vakken op de universiteit. Vervolgens start de éénjarige stage, waarna op opleiding wordt afgesloten met een masterscriptie. Deze opbouw van de opleiding is bedoeld om de integratie van theorie en praktijk te bevorderen.

Zie ook toetsvorm: Toetsen op de werkplek (co-schappen, stage).

Zie ook: Zelfreflectie, Stakeholder interview, Adviesrapport, Onderzoeksrapport.

Faculteit
Fac. der Geesteswetenschappen
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 3
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid

Welke totale groepsgrootte
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel

Hoe studenten zich ontwikkelen tot academisch geschoolde museumconservatoren Meer lezen »

Academische en persoonlijke ontwikkeling

Tijdens de bachelor Criminologie worden studenten begeleid in het ontwikkelen van competenties middels de leerlijn professionele en persoonlijke identiteit (PPI). Studenten zijn verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en worden daarbij ondersteund door een docent-coach en een student-coach (ouderejaarsstudent). Studenten houden de professionele en persoonlijke ontwikkeling bij in een e-portfolio. In de activiteiten van de leerlijn PPI worden studenten handvatten aangereikt die zij kunnen toepassen in het onderwijs en in hun toekomstig werkveld. Dit is een goed voorbeeld van studenten eigen verantwoordelijkheid meegeven. Tijdens de uitreiking van de VU onderwijsprijzen 2021 heeft de Faculteit der Rechtsgeleerdheid met PPI de Innovatieprijs gewonnen.

Zie ook: Projectonderwijs, Challenge Based Education.

Zie ook: Zelfreflectie, Sollicitatie [link nog invoegen]

Zie ook: FeedbackFruits Self Assessment of Work, FeedbackFruits Self Assessment of Skills.

Faculteit
Fac. der Rechtsgeleerdheid
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 4
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 2
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor studiesucces en carriëre

Welke totale groepsgrootte
Meer dan driehonderd
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Groepsgewijs (2-4 pers)

Academische en persoonlijke ontwikkeling Meer lezen »

Academische werkplaatsen

De VU neemt deel aan verschillende academische werkplaatsen. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen academische instellingen, (publieke) organisaties en overheden. In de academische werkplaatsen staat samenwerking tussen praktijk, onderzoek, opleiding en beleid centraal. Het doel hiervan is om de maatschappelijke impact van wetenschappelijke kennis te vergroten. Daarnaast helpen academische werkplaatsen om studenten betekenisvol te laten leren in het kader van A Broader Mind.

Het is voor studenten mogelijk om een opdracht of eindwerk uit te voeren binnen een academische werkplaats. Dit betreffen vraagstukken vanuit de samenleving, die studenten met een academische benadering aanpakken. Zo werken sinds 2001 de stichting Bartiméus en de VU intensief en structureel samen binnen academische werkplaatsen op het terrein van onderwijs en onderzoek voor mensen met visuele beperkingen en visuele-en-verstandelijke beperkingen. Binnen deze werkplaatsen voeren
jaarlijks ongeveer 8 bachelor- en 12 masterstudenten een onderzoeksproject uit in het kader van eindwerken van de opleidingen Pedagogische Wetenschappen.
Hierbij worden zij begeleid door wetenschappers die betrokken zijn bij de academische werkplaats. In deze eindwerken wordt aandacht besteed aan de vertaalslag van de academische wereld naar de samenleving.

Zie ook: Projectonderwijs, Challenge Based Onderwijs, ‘Multidisciplinair, interdisciplinair, transdisciplinair onderwijs‘.

Zie ook: Zelfreflectie, Stakeholder interview, Adviesrapport, Onderzoeksrapport, Excursie, Bedrijfsbezoek.

Zie ook: Community Service Learning op de VU.

Faculteit
Meerdere
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 2
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 3
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Groepsgewijs (2-4 pers)

Academische werkplaatsen Meer lezen »

Projectenleerlijn

In de bacheloropleiding Science, Business and Innovation zijn gedurende de eerste twee jaar vier innovatieprojecten waarbij theorie met een praktijk georiënteerde opdracht wordt gecombineerd. Deze zijn gepland in de korte onderwijsperioden van vier weken (periode 3 en 6).

De vier verschillende projecten waar studenten zich over buigen, zijn bedoeld om de verschillende persoonlijkheidseigenschappen die bij het bedrijfsleven horen aan te leren. De projecten vragen dat studenten ondernemend zijn en dat ze komen met oplossing waarbij de koppeling met het bedrijf in verschillende niveaus kan aannemen afhankelijk van de ervaring van studenten. Dit reikt van een meer generieke uitdaging die gelijkwaardig is voor alle groepen tot een unieke uitdaging waarbij een groep direct met een start-up samenwerkt. De leerlijn eindigt met het bachelorproject waarbij studenten een individuele onderzoeksstage lopen bij een bedrijf naar keuze. In de loop van de innovatieprojecten en met het bachelorproject bouwen studenten dus ruime ervaring op met toenemende vrijheid en verantwoordelijkheid.

Tijdens de projecten is er uitgebreide ondersteuning bij het leren van de opgedane ervaringen. Zo heeft elke student een coach die hen kan helpen in hun ontwikkeling en eventuele vragen kan beantwoorden. Studenten krijgen feedback op de projecten en de ondernemerschapscompetenties van de coach en/ of medestudenten. Aan het eind van elke project schrijven studenten een reflectieverslag waarin zij weergeven wat zij hebben geleerd, wat zij vonden van en hebben gedaan met de feedback, aan welke competenties zij hebben gewerkt (feedup) en waar nog aan gewerkt moet worden (feedforward). Ook bij het bachelorproject aan het einde van de opleiding worden studenten gestimuleerd om te leren van de ervaring. Zowel docenten als een begeleider in het bedrijf verzorgt feedback hetgeen de basis vormt voor een reflectiegesprek en een reflectieverslag. De projecten sluiten op verschillende wijzen aan bij het werkveld en geven inzicht in de praktijk. In het eerste project werken studenten samen met studenten van de opleiding Farmaceutische Wetenschappen aan een plan voor de ontwikkeling van een geneesmiddel. In het tweede project ontwikkelen en adviseren studenten over een business voor een uitdaging dat is aangeleverd door een bedrijf uit de energiesector. In het derde project werken studenten samen met een jong startend technologisch-gedreven bedrijf, in de medisch fysische wereld, en adviseren ze over hoe het bedrijf zich verder kan ontwikkelen. In het vierde project werken studenten van begin tot eind een businessidee uit op het gebied van alternatieve brandstoffen.

De innovatieprojecten worden gedurende de opleiding uitdagender en van studenten wordt een steeds zelfstandiger rol in hun leerproces gevraagd. Zo wordt de feedback tijdens het eerste project met name door de coach gegeven en krijgt peerfeedback vanaf het tweede project een steeds grotere rol. De feedback wordt gegeven door middel van opgestelde rubrics en een ondernemerschap competentiekader. De competenties uit het ondernemerschapskader worden geladen in de tool FeedbackFruits en studenten kunnen elkaars competenties van feedback voorzien. Doordat de projecten gedurende de hele bacheloropleiding lopen, kunnen de ontwikkelingen van studenten vanaf het eerste jaar tot de diplomering goed in kaart worden gebracht.

In de bacheloropleiding Science, Business and Innovation wordt in vier innovatieprojecten theorie gecombineerd met een praktijk-georiënteerde opdracht. De verschillende projecten zijn gericht op het aanleren van persoonlijkheidseigenschappen die bij het bedrijfsleven horen. De leerlijn eindigt met een individueel bachelorproject.
Studenten krijgen feedback op de projecten en de ondernemerschapscompetenties van een coach en medestudenten. Aan het eind van elk project schrijven studenten een reflectieverslag over wat zij hebben geleerd, wat zij vonden van en hebben gedaan met de feedback, aan welke competenties zij hebben gewerkt (feedup) en waar nog aan gewerkt moet worden (feedforward).
Doordat de leerlijn de hele bacheloropleiding omvat, kan de ontwikkeling van studenten goed in kaart worden gebracht.

Zie ook: Projectonderwijs, Challenge Based Onderwijs, ‘Multidisciplinair, interdisciplinair, transdisciplinair onderwijs‘.

Zie ook: Zelfreflectie, Stakeholder interview, Adviesrapport, Onderzoeksrapport, Excursie, Bedrijfsbezoek.

Zie ook: Community Service Learning op de VU.

Zie ook: FeedbackFruits Self Assessment of Work, FeedbackFruits Self Assessment of Skills.

Faculteit
Fac. der Bètawetenschappen
Toetsing integraal onderdeel van het leerproces: 4
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 4
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardigheden
Open geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid

Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderd
Tussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig

Welke uitvoering: individueel of in groepsverband
Individueel
Groepsgewijs (2-4 pers)

Projectenleerlijn Meer lezen »

Scroll naar boven