In de minor Global Health (BETA) werken studenten gedurende het eerste semester aan een Community Service Learning (CSL) project dat is aangedragen door een externe partner. De minor bestaat uit een vijftal cursussen, waarin relevante inhoudelijke onderwerpen aan de orde komen. In het kader van een Comeniusbeurs is de minor recent herzien. Bij deze herziening is parallel aan het opbouwen van de kennisbasis en begrip, de toepassing van de kennis in de context van een probleem uit de samenleving toegevoegd in de vorm van een CSL-project. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het challenge based learning model.
De projecten worden aangedragen door partners uit het CSL-netwerk of partners waar docenten uit de minor al mee samenwerken. Deze partners kunnen lokaal zijn, uit de regio Amsterdam, maar er zijn ook partners in het buitenland. Om de motivatie van studenten voor het project te bevorderen, worden studenten op basis van voorkeur ingedeeld bij een onderwerp. Waar mogelijk werken studenten uit verschillende opleidingen samen in een project, zodat er een transdisciplinair team kan worden ingezet om het maatschappelijke probleem aan te pakken. Dit resulteert in een eindproduct waarvoor de studenten een vorm selecteren die het meest bijdraagt aan het oplossen van het probleem. Dit kan bijvoorbeeld een campagne op sociale media zijn, een website of een adviesrapport.
De studenten worden gedurende het gehele project wekelijks begeleid door dezelfde docent. De docent heeft hierdoor een goed zicht op het gehele leerproces en neemt een coachende rol op zich. In een speciale leerlijn komt de ontwikkeling van competenties aan de orde. Vanuit de opleiding zijn drie voor Global Health practitioners relevante competenties geformuleerd die studenten in de minor ontwikkelen. Deze competenties worden behandeld in een serie workshops die gedurende de minor steeds meer diepgang krijgen. Daarnaast werken studenten in het CSL-project aan persoonlijke leerdoelen.
De summatieve beoordeling van de minor bestaat voor de helft uit toetsing van de kennisbasis en het begrip uit de vijf cursussen. De andere helft wordt gebaseerd op het CSL-project. Daarbij wordt niet alleen naar het eindproduct gekeken, maar wordt
het cijfer in grote mate bepaald door het proces waarin het eindproduct tot stand is gekomen. Voor de beoordeling van het eindproduct is een rubric ontwikkeld die onafhankelijk is van de vorm van het eindproduct. Deze rubric wordt door de docenten
ook gebruikt om gedurende het project feedback te geven. Gedurende het project reflecteren studenten op de te ontwikkelen competenties. Dit doen zij gezamenlijk op het groepsproces en individueel op het individuele leerproces. Door de focus in de beoordeling op het proces te leggen, is er voldoende ruimte om vaardigheden te ontwikkelen en ontstaat er een veilige leeromgeving waarin het maken van fouten onderdeel is van het leerproces.
In het CSL-project zijn opdrachten niet alleen realiteitsgetrouw, maar daadwerkelijke realiteit. Hierdoor leren studenten hun academische vaardigheden toe te passen op maatschappelijke problemen. Doordat er gewerkt wordt aan echte maatschappelijke problemen, zien studenten
de relevantie van hun werk en raken zij extra gemotiveerd.
Zie ook: Projectonderwijs, Challenge Based Onderwijs, ‘Multidisciplinair, interdisciplinair, transdisciplinair onderwijs‘.
Zie ook: Zelfreflectie, Stakeholder interview, Adviesrapport, Onderzoeksrapport, Excursie, Bedrijfsbezoek.
Zie ook: Community Service Learning op de VU.
Zie ook: FeedbackFruits Self Assessment of Work, FeedbackFruits Self Assessment of Skills.
Faculteit
MeerdereToetsing integraal onderdeel van het leerproces: 5
Toetsing stimuleert eigenaarschap: 5
Toetsing bereidt voor op rol in maatschappij: 5
Niveau: Leerlijn/minor
Passend bij welke categorie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardighedenOpen geest
Interpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Welke totale groepsgrootte
Meer dan honderdTussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig