Bij een casusopdracht (ofwel case based onderwijs) laat je je studenten een oplossing bedenken voor een specifieke casus of situatie. De case is vaak gebaseerd op een echte situatie uit het werkveld en vereist dat studenten hun kennis en vaardigheden toepassen om de uitdagingen op te lossen. De casusopdracht is een goede manier om de studenten te helpen en toetsen op het ontwikkelen van hun professionele vaardigheden, zoals probleemoplossend vermogen, analyse, communicatie en samenwerking. Het kan ook helpen bij het bevorderen van hun begrip van het vakgebied en hen voorbereiden op echte situaties in het werkveld. Bij een klinische casus in het medische werkveld gaat het vaak om de juiste diagnose stellen en daarbij de juiste behandeling voorstellen.
Er zijn verschillende manieren waarop je een casusopdracht kan inzetten zowel op individueel als groepsniveau. Denk aan:
- Een rollenspel – je studenten spelen een rol in de case en nemen beslissingen die gebaseerd zijn op hun opleiding of toekomstige beroep.
- Een business casus – je studenten bedenken een oplossing voor een probleem of uitdaging binnen een bedrijf of organisatie.
- Een juridische casus – je studenten bedenken een oplossing voor een juridisch probleem of geschil.
- Een simulatie – je studenten doen mee aan een simulatie van een echte situatie waarin ze beslissingen moeten nemen en de gevolgen daarvan moeten overwegen.
- Een probleemoplossing – je studenten bedenken een oplossing voor een probleem of uitdaging in een specifiek vakgebied, zoals een technische oplossing voor een ingenieur, of een beleidsoplossing voor een politieke wetenschapper.
Tip: begeleid en ondersteun je studenten bij het oplossen van de case, bijvoorbeeld door feedback te geven, zodat ze tijdig kunnen bijsturen.
Meer weten?
- Case based onderwijs – Vrije Universiteit Amsterdam
- Casusonderwijs: oefenen met reĆ«le contexten – Universiteit Gent
VU Taxonomie?
Opleidingsspecifieke kennis en vaardighedenInterpersoonlijke vaardigheden
Gesproken communicatie
Geschreven communicatie
Reflexieve houding en verantwoordelijkheid
Welke totale groepsgrootte?
Meer dan honderdTussen vijftig en honderd
Tot vijftig
Tot vijfentwintig
Welke activiteitsgroepsgrootte?
IndividueelGroepsgewijs (2-4 pers)